Moreelridder
’s Ochtends komt Murenzi om te ontbijten en om het project voor traumabehandeling en gehandicaptecentrum door te spreken. Ook de huiseigenaar, Karake, komt langs om het huurcontract door te spreken. Hij blijkt uit hetzelfde stadje te komen oorspronkelijk als waar Murenzi pastoor is.
Bij het afscheid van Murenzi komt Theogene, de huishulp, net aan. Hij vertelt in het Kinyarwanda dat z’n oudste het nationaal examen van de lagere school heeft gehaald en naar de middelbare school kan. Echter, er is geen geld genoeg. Met andere woorden, of wij niet kunnen helpen. We reageren er nog niet op, zodat we er over kunnen nadenken. We zouden natuurlijk graag willen bijdragen aan de opleiding van zijn kind. Zeker gezien het feit dat maar 10% van de bevolking doorstroomt naar middelbaar onderwijs. Het zou zonde zijn als een kind dat de capaciteit heeft niet naar school zou kunnen, alleen omdat de financien niet toereikend zijn. Maar, wij kunnen niet persoonlijk maar iedereen gaan sponsoren. Als we de ene wat geven, dan zou de ander er ook recht op hebben. Waar leggen we de grens? Later komen we tot de conclusie dat Theogene niet meer onder onze verantwoordelijkheid valt. Over een dag is hij niet meer bij ons in dienst. Daarbij heeft hij vijf kinderen. Wat gebeurt er als volgend jaar de ander ook het examen haalt en wij niet het geld er voor hebben? We sponsoren immers vanaf nu ook Laurents kinderen indirect door een goed salaris te geven zodat hij genoeg over heeft om het schoolgeld te betalen van een kwaliteitsschool. Zoveel krijgen we nou ook niet binnen als vrijwilligers. We leggen onze grens van geven bij het steunen van onze werknemers ( sociale voorzieningen voor 1 persoon en twee kinderen) en bij onze inzet voor het werk. Is dit een praktisch/ethisch afgewogen grens? Waar zouden we de grens hebben gelegd als Theogene wel bij ons werkte? Volledige steun voor al zijn kinderen? Ik moet toegeven dat het nu net makkelijk uitkomt dat Laurent maar twee kinderen heeft.
Bij het afscheid van Murenzi komt Theogene, de huishulp, net aan. Hij vertelt in het Kinyarwanda dat z’n oudste het nationaal examen van de lagere school heeft gehaald en naar de middelbare school kan. Echter, er is geen geld genoeg. Met andere woorden, of wij niet kunnen helpen. We reageren er nog niet op, zodat we er over kunnen nadenken. We zouden natuurlijk graag willen bijdragen aan de opleiding van zijn kind. Zeker gezien het feit dat maar 10% van de bevolking doorstroomt naar middelbaar onderwijs. Het zou zonde zijn als een kind dat de capaciteit heeft niet naar school zou kunnen, alleen omdat de financien niet toereikend zijn. Maar, wij kunnen niet persoonlijk maar iedereen gaan sponsoren. Als we de ene wat geven, dan zou de ander er ook recht op hebben. Waar leggen we de grens? Later komen we tot de conclusie dat Theogene niet meer onder onze verantwoordelijkheid valt. Over een dag is hij niet meer bij ons in dienst. Daarbij heeft hij vijf kinderen. Wat gebeurt er als volgend jaar de ander ook het examen haalt en wij niet het geld er voor hebben? We sponsoren immers vanaf nu ook Laurents kinderen indirect door een goed salaris te geven zodat hij genoeg over heeft om het schoolgeld te betalen van een kwaliteitsschool. Zoveel krijgen we nou ook niet binnen als vrijwilligers. We leggen onze grens van geven bij het steunen van onze werknemers ( sociale voorzieningen voor 1 persoon en twee kinderen) en bij onze inzet voor het werk. Is dit een praktisch/ethisch afgewogen grens? Waar zouden we de grens hebben gelegd als Theogene wel bij ons werkte? Volledige steun voor al zijn kinderen? Ik moet toegeven dat het nu net makkelijk uitkomt dat Laurent maar twee kinderen heeft.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home