Theo
De afscheidsdag van Theogene. Als we de gordijnen nog niet geopend hebben klopt Theo op de ramen. Hij heeft een buurvrouw bij zich. Ze zegt dat we haar een keer eerder op de heuvel hebben gezien. Toen we ons gingen registreren bij de responsable. We bieden haar een kopje thee aan. We kletsen gezellig. Ze kan goed Frans. Ze dacht bij zichzelf volgens eigen zeggen ‘waarom niet een keertje langsgaan bij de buren?’. De foto’s op de muur helpen altijd als gespreksonderwerp. Na 5 minuten vraagt ze of wij geld kunnen geven voor een ticket naar haar zus die een kind heeft dat gek in het hoofd is. Het kind is zestien en heeft al in het psychiatrisch ziekenhuis gezeten hier in Ndera. We kunnen niet op het verzoek ingaan. Toch blijft het gezellig. Het is een lieve vrouw. Na weer 5 minuten zwaaien we haar uit.
We vertellen Theogene het nietsponsornieuws ’s ochtends aan de eettafel met Laurent erbij voor de vertaling. Theo luistert aandachtig en zegt: "No problem". We geven hem de uitgeprinte en geplastificeerde foto van zijn familie en nog 5000 Rwandese Franken (10 US dollar, een vierde van zijn salaris). We bespreken de kinderen op de foto. 1 Dochter blijkt zo goed te zijn dat ze een schoolbeurs heeft om eliteonderwijs te volgen. Ik voel me iets minder vervelend dat we niet Theo niet kunnen helpen met schoolgeld. Wel geven we hem de tip om aan de nieuwe manager van EDD het kindertehuis, Rafiki, een vriend van ons, het direct erover te hebben als hij maandag weer daar als kok aan de slag gaat. Wij zullen ook een goed woordje doen.
’s Middags nodigen we ze allebei uit om brochettes (soort sateetjes) te gaan eten bij het cafe. We vertrekken in slagorde: ik met Theo achterop de motor en Moniek achter op de fiets van Laurent. Bij het cafe bij het pompstation annex minibusoverstaphalte is het rustig als op een zondagmorgen op een terrasje in Utrecht. We drinken wat en kijken naar de brommerjongens die de uitstappende passagiers proberen op te vangen door elkaar ronkend te verdringen voor de minibusdeur. Ze doen me denken aan Nederlanders die op het perrron staan te wachten bij de netgeopende treindeuren in de spits en de langzame stroom passagiers eruit kijken maar er tegelijkertijd met dringgedrag ervoor zorgen dat het nog langzamer gaat. Nadat het duidelijk is dat er niemand is die het rooster kan of wil opwarmen vertrekken we naar een ander cafe 5 minuten verderop. Daar eten we brochettes die mijn ogen en Laurents neus doen tranen van de hete pepers.
Het huis van Theo is vlakbij. Vanaf zijn tuin net op de heuvel kijken we even verderop zo op de binnenplaats van de militaire gevangenis. Fascinerend. Hier gaan we vaker heen! Moniek herinnert me eraan dat een kennis van een kennis erin was gegooid, een legerapotheker. Onder zijn verantwoordelijkheid waren medicijnen verdwenen. Nu kan hij meehelpen in de geconcentreerde tomatenpureefabriek waar alle gevangenen werken.
We beloven elkaar weer eens dat we moeten douchen. Dat zeggen we wel vaker. Zo gezegd, zo niet altijd gedaan. Vooral Moniek bouwt een vuillaag op. Je kent dat wel, over je huid heen scrubben en je dan afvragen of die donkere vuilrolletjes van je hand afkomen of toch echt van je borstbeen en je rug.
We proeven weer eens van het bruisende nachtleven in Kigali en liggen 21.30 uur op bed. Om het nog een beetje te rekken imiteer ik een van de bekendste Bert en Ernie TV afleveringen, waarin Bert en Ernie in bed liggen. Bert wil slapen en Ernie heeft dorst. Ik heb dikke lol om Moniek’s serieuze protestacties op mijn geluiden in het donker. Ze klinkt bijna exact hetzelfde als Bert. Dat heeft Paul Haenen toch knap natuurlijk gedaan.
We vertellen Theogene het nietsponsornieuws ’s ochtends aan de eettafel met Laurent erbij voor de vertaling. Theo luistert aandachtig en zegt: "No problem". We geven hem de uitgeprinte en geplastificeerde foto van zijn familie en nog 5000 Rwandese Franken (10 US dollar, een vierde van zijn salaris). We bespreken de kinderen op de foto. 1 Dochter blijkt zo goed te zijn dat ze een schoolbeurs heeft om eliteonderwijs te volgen. Ik voel me iets minder vervelend dat we niet Theo niet kunnen helpen met schoolgeld. Wel geven we hem de tip om aan de nieuwe manager van EDD het kindertehuis, Rafiki, een vriend van ons, het direct erover te hebben als hij maandag weer daar als kok aan de slag gaat. Wij zullen ook een goed woordje doen.
’s Middags nodigen we ze allebei uit om brochettes (soort sateetjes) te gaan eten bij het cafe. We vertrekken in slagorde: ik met Theo achterop de motor en Moniek achter op de fiets van Laurent. Bij het cafe bij het pompstation annex minibusoverstaphalte is het rustig als op een zondagmorgen op een terrasje in Utrecht. We drinken wat en kijken naar de brommerjongens die de uitstappende passagiers proberen op te vangen door elkaar ronkend te verdringen voor de minibusdeur. Ze doen me denken aan Nederlanders die op het perrron staan te wachten bij de netgeopende treindeuren in de spits en de langzame stroom passagiers eruit kijken maar er tegelijkertijd met dringgedrag ervoor zorgen dat het nog langzamer gaat. Nadat het duidelijk is dat er niemand is die het rooster kan of wil opwarmen vertrekken we naar een ander cafe 5 minuten verderop. Daar eten we brochettes die mijn ogen en Laurents neus doen tranen van de hete pepers.
Het huis van Theo is vlakbij. Vanaf zijn tuin net op de heuvel kijken we even verderop zo op de binnenplaats van de militaire gevangenis. Fascinerend. Hier gaan we vaker heen! Moniek herinnert me eraan dat een kennis van een kennis erin was gegooid, een legerapotheker. Onder zijn verantwoordelijkheid waren medicijnen verdwenen. Nu kan hij meehelpen in de geconcentreerde tomatenpureefabriek waar alle gevangenen werken.
We beloven elkaar weer eens dat we moeten douchen. Dat zeggen we wel vaker. Zo gezegd, zo niet altijd gedaan. Vooral Moniek bouwt een vuillaag op. Je kent dat wel, over je huid heen scrubben en je dan afvragen of die donkere vuilrolletjes van je hand afkomen of toch echt van je borstbeen en je rug.
We proeven weer eens van het bruisende nachtleven in Kigali en liggen 21.30 uur op bed. Om het nog een beetje te rekken imiteer ik een van de bekendste Bert en Ernie TV afleveringen, waarin Bert en Ernie in bed liggen. Bert wil slapen en Ernie heeft dorst. Ik heb dikke lol om Moniek’s serieuze protestacties op mijn geluiden in het donker. Ze klinkt bijna exact hetzelfde als Bert. Dat heeft Paul Haenen toch knap natuurlijk gedaan.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home