maandag, juli 04, 2005

Zwaluwendans

Elke avond konden Moniek en ik voor ons huis zitten. In de opkomende schemering scheerden de zwaluwen langs onze hoofden een laag rondje voortuin. Af en toe vlogen ze het nest weer in dat in een buitenhoek van ons huis zat geplakt. De bouw van hun terracotta huisje had ik modderkloddertje voor kloddertje kunnen volgen. Daarna volgde het af en aan vliegen en het gepiep van binnenuit. We konden het elke keer hebben gezien en gehoord, ware het niet dat we bijna nooit voor het donker thuis waren. Daarom leek het alsof na een paar dagen al ongeveer vier extra zwaluwtjes hun laag rondje voortuin deden. Ongeveer, want ik vond ze moelijker te monitoren dan schapen. Soms hield er eentje eens halt voor me op de grond in het zand. Ik wist niet dat staande zwaluwen als strakke lakeien in het pak zaten. De onze hadden ook nog hele mooie roodoranje buikjes en zo’n kittig kuifje. Onze eigen kippetjes achter het huis, onze buurtgeitjes links naast het huis, onze bezoekkoeien rechts naast het het huis, ons eigen ipusi in en rond het huis en onze eigen zwaluwtjes aan en voor het huis; Genieten. “Dus zo willen hoger opgeleide randstedelingen zich voelen die zo’n pittoresk boerderijtje in Drenthe of Abcoude op het oog hebben”, dacht ik nog.

Deze middag kwamen Moniek en ik terug van een bezoek aan een naburige heuvel. “O, kijk eens”, zei ik nog. “Het zwaluwnest is naar beneden gevallen. Nou dan zullen de zwaluwtjes wel helemaal uitgevlogen zijn”.

Het meest pientere buurjongetje is Patrick. Hij bekijkt altijd alles rustigjes van een afstandje, volgt nauwgezet gesprekken van volwassenen en ondanks dat zijn hele familie uitgemoord is behalve zijn zus ziet hij er erg gelukkig uit. Hij wees Moniek met gebaren erop dat de buurjongetjes, waaronder hij, met stenen het zwaluwnest hadden kapotgegooid. De anderen keken er bedeesd teruggetrokken bij. Moniek riep mij erbij en ik bracht Laurent mee voor de vertaling.

Voordat er pedagogisch vertaald moest worden vertelde Laurent dat meneer Karake, de huisbaas, had befohlen om het nest te verwijderen en de vogel te doden. Tijdens ons heuvelbezoek was hij langsgekomen. Het was slecht voor het huis en Laurent had de kinderen moeten vragen om de boel te entlösen. De Rwandese hierachiecultuur gebiedde ‘de Huisbaas’ wil geschiedde’. Herken de zeven overeenkomsten met treurige voorvalletjes in Armenië, Noord-Amerika, Australië, Cambodja, Duitsland, Rwanda en Dinosauria?

Ik ben woedend. Over de zeik.

Het nest is weg en er ligt een dode zwaluw in het gras. Met stenen kapot gegooid. Morgen gaan we het begraven met de kindertjes.

Maak maar kapot. Stamp er maar overheen. Het zit in de weg. Het hoort niet.

Het is af en toe duidelijk dat een aantal Rwandezen moeite hebben met leven en levende organismen. Als eenzame reuzen op het strand vervreemd van zichzelf en hun bestaan die gedachtenloos hele dorpen met hun schephanden wegschrapen en in één haal een paar van de duizend dichtbevolkte Rwandese heuvels wegwalsen. Ander leven is instrumenteel.

Wat is dit soms toch een dood land.

De zwaluwen kwamen gisteravond thuis en vlogen af en aan tegen de muur waar nog een terracottaspoor van een nest tegenaan zit. Eén vloog met een bonk tegen het deurraam.

Deze morgen kwam de huisbaas weer. Hij voelde zich erg ongemakkelijk toen wij vertelde dat we er verdrietig over waren. "Wie heeft dat gedaan?" vroeg onze vriend, waarop Moniek antwoordde: "Dat is een andere vraag". "Nou ja, wie doet dat nou, vogels doden?" aldus Saddam. En dat herhaalde hij nog eens tegen Laurent. Zo hoefde hij zijn gezicht niet te verliezen. We hebben het zo maar gelaten.

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Wat een droevig verhaaltje. Stomme meneer Laurent. Ze zouden zijn huis eens met stokken moeten toetakelen en zijn kindertjes ombrengen!

O nee, dat is niet goed voor de kindertjes natuurlijk.

7:02 p.m.  

Een reactie posten

<< Home