vrijdag, april 29, 2005
donderdag, april 28, 2005
Verkeersverhandeling
Het is nog maar net avond. De schemering heeft voor mijn gevoel 5 minuten geduurd. Alsof iemand aan het koortje heeft getrokken. Ploep, zwart. Jammer, jammer. Schemering is zo mooi. We pruttelen met de motor door Kyovu, het rijkeneilandje, net naast Kigali centrum. Door de brede straten tussen de grote bungalows. Buiten de poorten zitten de guards. Als je het helemaal bent heb je een mannetje met een echt uniform van de officiele veiligheidsdienst. Met flink machinegeweer. Ik moet slalommen tussen de gaten in het wegdek. Na een fikse regenbui ziet het asfalt in Kigali eruit alsof hagelstenen ter grootte van skippyballen zijn ingeslagen. Ik geloof dat een Chinees wegbedrijf ervoor verantwoordelijk was. Net zo’n kwaliteit als mijn Chinese motor. Omdat alleen mijn groot licht nog werkt verblind ik met slalommen af en toe de guards.
Uit Kyovu rijden we de hoofdweg op die vanuit het centrum naar het vliegveld leidt. We zoeven de heuvel af. Moniek stuurt achterop altijd mee. Bij naderend gevaar knijpt ze me met beide handen in de zij. En dat is nog weleens nodig. Als het echt loos is, dan wordt de knijp gevolgd door een diepe oerkreet van woede en ongeloof. Hoe kan ik nou duidelijk maken hoe het is om hier rond te rijden? En waarom Monieks oerkreet vaak te horen valt?
Ok, stel je voor. Openbare wegen vol lesauto’s. Met daarin personen die net begonnen zijn of maar niet willen slagen. Opticiens of andere hulp voor visueel gehandicapten zoals brillen of Kruidvat lenzen zie je in Rwanda nauwelijks. Tel daar bij op dat de meerderheid van de bevolking getraumatiseerd is en levensmoe. Het maakt ze dus niet zoveel uit dat er 45% kans is op de dood als ze nog even dat busje inhalen. Kortom, ik zou de eerste bestemming voor ‘Blik op de Weg on world tour’ wel weten. Waarom rij ik eigenlijk nog in Rwanda?
Sinds kort is wat aan die gevaarlijke situatie gedaan. Er zijn witte lijnen op de wegen getrokken. Maar waartoe zijn die er? Uit het rijgedrag leid ik af dat Rwandezen denken dat de middenstreep letterlijk als middenstreep moet worden genomen, dus om precies overheen te rijden, een leidslijn. Zeker handig voor degenen zonder bril. Ook het gemiddelde rijtempo lijkt het gevaar in te dammen. Veel auto’s zijn vierdehands en lijken niet harder dan 40 km/u te kunnen. Of is dat gewoon het Afrikaanse levenstempo?
Keurig binnen de witte lijnen rijden we nog steeds de heuvel van Kigali centrum af. Na al de verkeersoverpeinzingen schiet de vraag door mijn hoofd waarom ik dan toch maar 1 keer week de resultaten zie, zoals een fikse blikschade of een busje op zijn rug. Zou het ’s nachts meer gebeuren? Maar dan zouden ’s ochtends vroeg alle verkeersdoden langs de kant van de weg ophalen. Hup, de bolderkar op. Ik zie ze nooit liggen tenminste.
Rechts springt ineens een mooi beeld op. Langs de kant van de drukke weg zit een man op een steen. Een plek waar geen voetpad loopt, maar wel een grote goot en waar je normaal gesproken niks te zoeken hebt. Hij houdt een papiertje voor zich en leest het zo gekanteld dat de bijna constante stroom van autolichten er op schijnen. Dat is nog eens inventief als de stroom is uitgevallen. Het is avond in Kigali.
Uit Kyovu rijden we de hoofdweg op die vanuit het centrum naar het vliegveld leidt. We zoeven de heuvel af. Moniek stuurt achterop altijd mee. Bij naderend gevaar knijpt ze me met beide handen in de zij. En dat is nog weleens nodig. Als het echt loos is, dan wordt de knijp gevolgd door een diepe oerkreet van woede en ongeloof. Hoe kan ik nou duidelijk maken hoe het is om hier rond te rijden? En waarom Monieks oerkreet vaak te horen valt?
Ok, stel je voor. Openbare wegen vol lesauto’s. Met daarin personen die net begonnen zijn of maar niet willen slagen. Opticiens of andere hulp voor visueel gehandicapten zoals brillen of Kruidvat lenzen zie je in Rwanda nauwelijks. Tel daar bij op dat de meerderheid van de bevolking getraumatiseerd is en levensmoe. Het maakt ze dus niet zoveel uit dat er 45% kans is op de dood als ze nog even dat busje inhalen. Kortom, ik zou de eerste bestemming voor ‘Blik op de Weg on world tour’ wel weten. Waarom rij ik eigenlijk nog in Rwanda?
Sinds kort is wat aan die gevaarlijke situatie gedaan. Er zijn witte lijnen op de wegen getrokken. Maar waartoe zijn die er? Uit het rijgedrag leid ik af dat Rwandezen denken dat de middenstreep letterlijk als middenstreep moet worden genomen, dus om precies overheen te rijden, een leidslijn. Zeker handig voor degenen zonder bril. Ook het gemiddelde rijtempo lijkt het gevaar in te dammen. Veel auto’s zijn vierdehands en lijken niet harder dan 40 km/u te kunnen. Of is dat gewoon het Afrikaanse levenstempo?
Keurig binnen de witte lijnen rijden we nog steeds de heuvel van Kigali centrum af. Na al de verkeersoverpeinzingen schiet de vraag door mijn hoofd waarom ik dan toch maar 1 keer week de resultaten zie, zoals een fikse blikschade of een busje op zijn rug. Zou het ’s nachts meer gebeuren? Maar dan zouden ’s ochtends vroeg alle verkeersdoden langs de kant van de weg ophalen. Hup, de bolderkar op. Ik zie ze nooit liggen tenminste.
Rechts springt ineens een mooi beeld op. Langs de kant van de drukke weg zit een man op een steen. Een plek waar geen voetpad loopt, maar wel een grote goot en waar je normaal gesproken niks te zoeken hebt. Hij houdt een papiertje voor zich en leest het zo gekanteld dat de bijna constante stroom van autolichten er op schijnen. Dat is nog eens inventief als de stroom is uitgevallen. Het is avond in Kigali.
zaterdag, april 23, 2005
zaterdag, april 16, 2005
Liliane Fonds financiert kinderen van Handicap en Traumaproject
Het Liliane Fonds Rwanda steunt het Handicap en Traumaproject in Mushubati! Het fonds financiert de kinderen zelf. Het bedrag kan per kind verschillen, want het is gebaseerd op een persoonlijk ontwikkelingsplan.
Dit is echt geweldig nieuws. De missie en visie van het fonds sluiten naadloos aan bij de aanpak het project hier. Het fonds is deskundig, trouw, en ondersteunt langdurig. Het betekent ook dat de kostprijs per kind voor een (klein) deel is bekostigd. Daarmee zijn de structurele en moeilijk te financieren kosten zoals salarissen voor een deel veilig gesteld.
Dit is echt geweldig nieuws. De missie en visie van het fonds sluiten naadloos aan bij de aanpak het project hier. Het fonds is deskundig, trouw, en ondersteunt langdurig. Het betekent ook dat de kostprijs per kind voor een (klein) deel is bekostigd. Daarmee zijn de structurele en moeilijk te financieren kosten zoals salarissen voor een deel veilig gesteld.
Knibbel, knabbel, knuisje 

Deze zat in het gordijn van de slaapkamer. Manhaftig wilde ik hem isoleren met de deksel van een cd caroussel en een kartonnetje. Ik had hem! En tegelijkertijd brak een pootje af. Hij was al uitgedroogd dood. Kan iemand hem determineren? Dan weet ik bij de volgende levende welk antigif ik in het ziekenhuis kan vragen. Sorry mam. Ik overdrijf een beetje.


Deze zat in het gordijn van de slaapkamer. Manhaftig wilde ik hem isoleren met de deksel van een cd caroussel en een kartonnetje. Ik had hem! En tegelijkertijd brak een pootje af. Hij was al uitgedroogd dood. Kan iemand hem determineren? Dan weet ik bij de volgende levende welk antigif ik in het ziekenhuis kan vragen. Sorry mam. Ik overdrijf een beetje.
woensdag, april 13, 2005
One day I’ll fly away
Het is zover. De natuur geeft en neemt. Maria is nu moeder van 1 klein geel verenbolletje minder. Een roofvogel heeft een duikvlucht genomen. Tussen het peuterhoge maïs trippelde de kleine met haar zusjes/broertjes (we moeten hun sexe nog determineren). Nu is Maria junior no7 niet meer.
Ambulanceritjes 3 en 4: The Staphylococ Strikes Back / Malaria in drie delen
Mijn voet had dezelfde symptomen als in december. Toen had een flinke antibioticumkuur de bacteriële aanstichters weggejaagd. Echter: The Staphylococ Strikes Back. Gelukkig kon mijn Jan Peter voetje nog schakelen, dus een derde ambulanceritje. Dit keer voor mezelf. De dokter raadde gezien de symptomen ook een malariatest aan. Uiterste voorzichtigheid of makkelijk geld verdienen? Ik heb het toch maar gedaan, want de dokter heeft autoriteit en spreekt alleen Frans.
In de wachtkamer zaten mijn medepatiënten te kijken naar een documentaire over de genocide. Er heerste beklemmende stilte. Drie mannen keken de andere kant op toen op het scherm verhakte lijken waren te zien. Eerder stelde een Belgische journalist in de jaren zeventig in de documentaire kritische vragen aan Rwandese autoriteiten over gedoodde Tutsi leerlingen. Niemand was er bij geweest, wist ergens van en het waren slechts onrusten tussen groepen leerlingen.
De test was negatief en ik kreeg weer een pakketje antibioticum mee.
Moniek is al een tijd snotverkouden en erg moe. Ze was ziek thuis in bed. Ze wilde ook testen op Malaria. Daar ging de motorambulance weer. Gelukkig was de test ook negatief.
Wel had een buurbaby waarschijnlijk Malaria. Maar ja, geen geld voor een dokter en medicijnen. Malaria is de Silent Tsunami of Africa. Doodsoorzaak nummer 1 bij kinderen onder de vijf hier. We besloten zonder veel aarzelen om geld te geven. De volgende dag kon de baby lopen. Moniek duwde een schaal met ananas onder de neus. Toen Laurent aan de kleine vroeg of hij ook een stukje ananas mocht keek het ventje hem aan, hield zijn arm en knuistje stil dat net van de schaal pakte en stopte het ongestoord in zijn mondje. Tot zes keer toe. The Baby Strikes Back.
In de wachtkamer zaten mijn medepatiënten te kijken naar een documentaire over de genocide. Er heerste beklemmende stilte. Drie mannen keken de andere kant op toen op het scherm verhakte lijken waren te zien. Eerder stelde een Belgische journalist in de jaren zeventig in de documentaire kritische vragen aan Rwandese autoriteiten over gedoodde Tutsi leerlingen. Niemand was er bij geweest, wist ergens van en het waren slechts onrusten tussen groepen leerlingen.
De test was negatief en ik kreeg weer een pakketje antibioticum mee.
Moniek is al een tijd snotverkouden en erg moe. Ze was ziek thuis in bed. Ze wilde ook testen op Malaria. Daar ging de motorambulance weer. Gelukkig was de test ook negatief.
Wel had een buurbaby waarschijnlijk Malaria. Maar ja, geen geld voor een dokter en medicijnen. Malaria is de Silent Tsunami of Africa. Doodsoorzaak nummer 1 bij kinderen onder de vijf hier. We besloten zonder veel aarzelen om geld te geven. De volgende dag kon de baby lopen. Moniek duwde een schaal met ananas onder de neus. Toen Laurent aan de kleine vroeg of hij ook een stukje ananas mocht keek het ventje hem aan, hield zijn arm en knuistje stil dat net van de schaal pakte en stopte het ongestoord in zijn mondje. Tot zes keer toe. The Baby Strikes Back.
maandag, april 11, 2005
Ambulanceritje 1 - Psychose
Een psychose, doorgerotte kiezen, malaria, staphylococ infectie, en flink wat snot. Deze week is ziekenweek. Ook is het genocide herdenkingsweek.
Op radio, in de krant en op de tv is er niks anders meer te horen, lezen en zien dan genocide. Ideale omstandigheden om die gruwelijke periode weer te herbeleven. Dit is zelfs teveel voor de bewonderenswaardige coping mechanismen die Rwandezen hebben ontwikkeld om verder te kunnen leven. Het is een erg gesloten volk. Dat maakt traumaverwerking extra moeilijk.
Tijdens 1 week van het jaar is de genocide opeens tien keer zo erg aanwezig. Eerdere jaren bij de herdenking in een stadion stortten mensen massaal in en moesten worden opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis. Een post-traumatische stress stoornis komt vaak jaren later dan de gebeurtenis. Ook is het niet ongewoon dat mensen in een psychose schieten.
Een vriend van ons vertelde dat de vrouw van zijn guard gek geworden was. Ze viel mensen op straat aan en schreeuwde hoeveel zij er wel niet hadden vermoord, smeet thuis de boel stuk en weigerde te eten. Ik gaf hem het nummer van de enige echte psychiater die Rwanda telt. En het nummer van een Belg die de regering adviseert in het beleid voor geestelijke gezondheidszorg. De volgende middag, na een aantal telefoontjes heen en weer, vroeg hij of ik met hem mee wilde om de vrouw op te halen en naar de crisisdienst te brengen. We hadden beiden nog nooit zoiets gedaan. Wat zouden we aantreffen?
De vrouw was rustig, erg gespannen, angstig en duidelijk in de war. Ze was wel nog redelijk aan te spreken, maar vertelde dingen die soms niet te volgen waren en vreemd. En dat kwam niet door mijn slechte Frans. Het leek me een aardige vrouw. De man was ook radeloos. Bij de crisisopvang werd er veel over haar gepraat maar niet met haar. Onze vriend was de enige die met haar kletste. Ze klampte zich vervolgens aan hem aan. Bij het psychiatrisch ziekenhuis bij ons in de buurt schreeuwde ze toen ze alleen moest blijven. We gaan haar een dezer dagen bezoeken. Nu maar hopen dat ze niet alleen platgespoten wordt.
Trouwens, recent onderzoek heeft aangetoond dat 25% van de Rwandezen aan de symptoom criteria voldoet van een post traumatische stress stoornis.
Op radio, in de krant en op de tv is er niks anders meer te horen, lezen en zien dan genocide. Ideale omstandigheden om die gruwelijke periode weer te herbeleven. Dit is zelfs teveel voor de bewonderenswaardige coping mechanismen die Rwandezen hebben ontwikkeld om verder te kunnen leven. Het is een erg gesloten volk. Dat maakt traumaverwerking extra moeilijk.
Tijdens 1 week van het jaar is de genocide opeens tien keer zo erg aanwezig. Eerdere jaren bij de herdenking in een stadion stortten mensen massaal in en moesten worden opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis. Een post-traumatische stress stoornis komt vaak jaren later dan de gebeurtenis. Ook is het niet ongewoon dat mensen in een psychose schieten.
Een vriend van ons vertelde dat de vrouw van zijn guard gek geworden was. Ze viel mensen op straat aan en schreeuwde hoeveel zij er wel niet hadden vermoord, smeet thuis de boel stuk en weigerde te eten. Ik gaf hem het nummer van de enige echte psychiater die Rwanda telt. En het nummer van een Belg die de regering adviseert in het beleid voor geestelijke gezondheidszorg. De volgende middag, na een aantal telefoontjes heen en weer, vroeg hij of ik met hem mee wilde om de vrouw op te halen en naar de crisisdienst te brengen. We hadden beiden nog nooit zoiets gedaan. Wat zouden we aantreffen?
De vrouw was rustig, erg gespannen, angstig en duidelijk in de war. Ze was wel nog redelijk aan te spreken, maar vertelde dingen die soms niet te volgen waren en vreemd. En dat kwam niet door mijn slechte Frans. Het leek me een aardige vrouw. De man was ook radeloos. Bij de crisisopvang werd er veel over haar gepraat maar niet met haar. Onze vriend was de enige die met haar kletste. Ze klampte zich vervolgens aan hem aan. Bij het psychiatrisch ziekenhuis bij ons in de buurt schreeuwde ze toen ze alleen moest blijven. We gaan haar een dezer dagen bezoeken. Nu maar hopen dat ze niet alleen platgespoten wordt.
Trouwens, recent onderzoek heeft aangetoond dat 25% van de Rwandezen aan de symptoom criteria voldoet van een post traumatische stress stoornis.
Ambulanceritje 2 - Rotte kiezen
Francois had al drie dagen niet geslapen. Hij had last van kiespijn. Francois is een berensterke vent. Nu lag hij horizontaal.
Toen Laurent dit 's avonds vertelde herinnerde ik me ineens een Nederlandse organisatie die een tandkliniek had opgestart waar arme Rwandezen voor een symbolisch bedrag terecht konden. De volgende ochtend zocht ik in een internetcafe de mails op waarin hun adres stond. De chef de clinique vond het geen probleem om onze buurman te ontvangen. Ik zette Moniek op het werk af en racete naar huis. Daar bleek Francois te zijn opgestaan en op zoek naar geld om naar de tandarts te gaan. Laurent ging hem op de fiets zoeken. Hij keerde terug met een ineengezakte Francois. Zijn lippen zagen blauw en als hij geen Afrikaan was zou hij lijkbleek zijn. Hij hees zich op de motor, sloeg slap zijn armen om mij heen en plantte zijn hoofd tegen mijn rug. Ik voelde me als een vliegende non. Slechts de sirene en de lichten ontbraken op de motorambulance.
Bij de clinique dentaire 'ADA Rwanda' werden we direct in de behandelkamer uitgenodigd. De tandarts hief de gierende boor even uit de mond van een mevrouw en groette ons. Ik voelde me een beetje beschaamd(zeker voor die mevrouw), maar legde nog een keer uit dat Francois erg arm was. Geen probleem. Wat een aardige mensen hier. Francois werd geholpen en ik maakte een ommetje door de buurt.
Wat een kastelen hier! Wassenaarhuizen. Waar halen die in godsnaam het geld vandaan? Ik bedacht me hoe het zou zijn om als blanke met een collectebus de grote poorten en prikkeldraad te proberen onderdoor te lopen en te vragen of er nog een kleinigheid over was voor hun landgenoten die niet meer dan 1 keer per dag te eten hadden? Dit soort figuren leven boven de wet, hebben bakken met geld en ik zou duizenden kilometers moeten vliegen om hun buren te helpen? Wat doe ik hier?
Francois rolde een papiertje open en liet een kies zien. Een gat tot direct aan de zenuw... Mijn buurman zag er frisser uit en glimlachte. Thuis kwamen zijn zoontjes op hun korte beentjes aangerend toen ze het geluid van ambulance met de vliegende non en hun papa signaleerden.
Toen Laurent dit 's avonds vertelde herinnerde ik me ineens een Nederlandse organisatie die een tandkliniek had opgestart waar arme Rwandezen voor een symbolisch bedrag terecht konden. De volgende ochtend zocht ik in een internetcafe de mails op waarin hun adres stond. De chef de clinique vond het geen probleem om onze buurman te ontvangen. Ik zette Moniek op het werk af en racete naar huis. Daar bleek Francois te zijn opgestaan en op zoek naar geld om naar de tandarts te gaan. Laurent ging hem op de fiets zoeken. Hij keerde terug met een ineengezakte Francois. Zijn lippen zagen blauw en als hij geen Afrikaan was zou hij lijkbleek zijn. Hij hees zich op de motor, sloeg slap zijn armen om mij heen en plantte zijn hoofd tegen mijn rug. Ik voelde me als een vliegende non. Slechts de sirene en de lichten ontbraken op de motorambulance.
Bij de clinique dentaire 'ADA Rwanda' werden we direct in de behandelkamer uitgenodigd. De tandarts hief de gierende boor even uit de mond van een mevrouw en groette ons. Ik voelde me een beetje beschaamd(zeker voor die mevrouw), maar legde nog een keer uit dat Francois erg arm was. Geen probleem. Wat een aardige mensen hier. Francois werd geholpen en ik maakte een ommetje door de buurt.
Wat een kastelen hier! Wassenaarhuizen. Waar halen die in godsnaam het geld vandaan? Ik bedacht me hoe het zou zijn om als blanke met een collectebus de grote poorten en prikkeldraad te proberen onderdoor te lopen en te vragen of er nog een kleinigheid over was voor hun landgenoten die niet meer dan 1 keer per dag te eten hadden? Dit soort figuren leven boven de wet, hebben bakken met geld en ik zou duizenden kilometers moeten vliegen om hun buren te helpen? Wat doe ik hier?
Francois rolde een papiertje open en liet een kies zien. Een gat tot direct aan de zenuw... Mijn buurman zag er frisser uit en glimlachte. Thuis kwamen zijn zoontjes op hun korte beentjes aangerend toen ze het geluid van ambulance met de vliegende non en hun papa signaleerden.