donderdag, juli 28, 2005

Jonge spruiten

Dit meisje komt regelmatig langslopen op haar waterhaaltocht naar de rivier en terug. Hoe moet je spruiten toch in het Frans vertalen? Ik heb maar petit chou, kleine kool, gebruikt om haar via Laurent als tolk uit te leggen waarmee ze te koop loopt. In Rwanda zie ik veel inhoud uit zak van max, humana en gedoneerde voetbalshirtjes rondlopen. Die kun je gewoon op de markt kopen. Voor bijna helemaal niks.

Ik ga op zoek naar een Duits voetbal shirt van Bierhoff. Binnenkort meer over deze spannende zoektocht.

Als iemand verzoekjes heeft: nederlands elftal shirt van Davids, een blouse van Dolce & Gabana, Diesel spijkerbroeken; geef het even door samen met je maten, dan verstuur ik het per post. Als dat goed gaat lopen, kan ik wellicht meer gedoneerde kleding voor de kindertjes in de Derde Wereld hier op de markt inkopen. Vervolgens weer aan het Westen verkopen, en met de opbrengst daarvan de projecten hier voor de kindertjes financieren.

dinsdag, juli 26, 2005

Avocado


Mapengu toont de dagoogst uit de avocadoboom achter in de tuin.

Wippen op Nena

‘Ja, dat is mijn grote teen’, zeg ik tegen onze aandachtig starende poes, Dennis Muzungu, ‘En die wipt op en neer op de maat van Nena’s ‘Nur geträumt’’.

<>En nu headbangt poes d’r hele kop mee op Nena, wip, wip. Zachtjes probeer ik haar kaakjes uit mijn huid te trekken.

Wip ook op Nena's Nur Getraumt: 20 seconden MP3 link


Dodemansrit

“Ik rij bijna langs jullie huis, we hebben een sterfgeval in de familie, een 23 jarig neefje, en we gaan hem nu begraven”.

Priester Murenzi’s auto stopte op de weg voor onze deur. Met optrekkende knieeën van het hete zand liepen Moniek en ik naar de auto. De pick-up zat volgepropt met vijf personen, vijf handjes met nootjes en een bloemenkrans. Murenzi vertelde dat de jongen AIDS had en aan TBC is overleden. Het was een weeskind en geadopteerd. Ik gaf iedereen een hand (snel wegslikken die nootjes) en condoleerde hen. Ik leunde het raampje weer uit om plaats te maken voor Moniek. Met de beleefde glimlach nog op mijn gezicht viel mijn blik op de laadbak van de pick-up. Daar lag hij, de doodskist. De laadklep opengeklapt en met dikke elastieken van oude vrachtwagenbanden op zijn plaats gehouden. Zo kan het ook.

Murenzi zei dat ze snel weer weg moesten want er was nog een lange weg te gaan. Een paar seconden later zag ik de eenzame kist steeds kleiner worden. ‘Als de zon er zo op brandt, dan moet je inderdaad snel wezen’, merkt Moniek knijpend met haar ogen op.

zaterdag, juli 16, 2005

De fik erin



Het thuiskomritueel ’s avonds laat: het bruggetje over met de brommermotor vanaf de asfaltweg, dan het huis langszij richting achterdeur. Laurent wordt wakker. Wij stappen af, terwijl hij de deur van het slot haalt. Eerst Moniek naar binnen, dan ik en de motor. Als ik in het krappe gangetje ben afgestapt, schudt Laurent eerst mijn hand, we groeten heen en weer, waarop hij de deur sluit en de kat mauwend vanachter de geopende kamerdeur komt aanlopen.

Een aantal dagen geleden werd bij thuiskomst niet de deur geopend. Toch was het licht op Laurent’s kamer aan. Geen nood, we hebben zelf een sleutel. Eerst Moniek naar binnen, dan ik en de motor. Als ik in het krappe gangetje van de motor afstap zie ik zwarte druppels op de grond. Hm. Ik snuif een navrante brandlucht. Zeker vlam in de pan gehad. De kat komt vanachter de geopende kamerdeur mauwend aanlopen en duikt de keuken in alsof het de eerste keer is dat ze de ruimte betreedt. Als ik het lichtknopje aandoe, zie ik dat de vloer nat is. En het fornuis waar de pan aan het fikken was is nu brandschoon. Moniek komt er bij kijken. Samen zien en ruiken we het roet. De hele keuken heeft een Gothic extreme make-over gehad. De luchtgaten zijn geblakerd, alle spinnenwebben hebben zwarte mascara en boven de plinten zijn sporen alsof er een fakkel bijgehouden is.

We kijken in de kamer van Laurent. Die ligt helemaal uitgeteld te ronken. En dat kan ik me voorstellen. Waarschijnlijk heeft die als een echte held het brandje, dat als vlam in de pan is begonnen, overmeesterd. Stilletjes sluipen we weg. We zijn hem erg dankbaar. Stel je voor dat het hele huis was afgefikt! Toch wordt ie wakker. We vragen bezorgd hoe het met hem gaat. Nog half in slaap loopt hij naar de keuken en legt in gebaar en in net zo goed Frans als dat van mij uit, dat les petits animaux de keuken waren ingemarcheerd, maar dat hij ze verdreven heeft. Met vuur. Ik gok nog steeds op een brandend bosje takken en een scheutje benzine. Als Rambo in zijn beste dagen, die met scheef vloekende mond en 60 kilo pompend mitrailleurgeschut in de rechterhand, die maddurfakkùùùùrs allemaal aan flarden schiet.

De vogeltjes fluiten lustig. Maar dat wordt plots, de dag na de inval van les petits animaux, overstemd door het geschreeuw á la ‘Ze smelten de kazen’ van kinderen. Ik ren naar buiten en zie dat er van alle kanten gesleept wordt met droog gras en autobanden. Aan de zijkant staat Saligoma met een pikhouweel in te hakken op de wortels van de heg. Dan maakt hij plaats voor het gras dat de vers uitgehakte gaten direct weer vult. Vvvoep! De fik erin. Nog steeds rennen de kinderen heen en weer met alarmfase rood-gezichten. Van een afstandje slaat Laurent de situatie gade. Als ik hem wat vraag laat hij de verrekijker zakken, en vertelt dat de lokale veiligheidsdiensten alles op alles haden gezet om de daders van de keukenaanslag te traceren en hen uit hun hol te roken. De tracering was gelukt en in een goed gecoördineerde actie was de infantillerie erop afgestuurd. Net als in London had de ‘community’ een onmisbare rol gespeeld. De buren hadden de mieren altijd al verdacht gevonden; veel samenscholingen en laat thuis komen. Na de oproep van de politie wisten ze het direct: dit moest gemeld worden aan de autoriteiten. Het brein achter de aanslagen wordt gedacht afkomstig te zijn uit extreem rode mierenkringen.

zondag, juli 10, 2005

Poes protected

Van de weblog van Han Klokmeijer, program officer Food Security Program bij de internationale NGO World Act:


Mensen vragen me weleens wat dat nou doet met je, zo lang hier in een ontwikkelingsland wonen, buiten Nederland. Het confronteert me vreemd genoeg met mijn eigen Hollandse cultuur. En laat me vragen stellen over het comfortabele leven in mijn vaderland, geconfronteerd met de armoede van Rwanda.

Zo zit ik nu een overgevlogen Volkskrant te lezen, waarin Donner net een motie in de Kamer heeft overleefd en alweer Erik de Vliegers ingestorte imperium staat uitgetekend. Ik krijg er dubbele gevoelens bij. Aan de ene kant krijg ik weer dat huiselijke met-een-verse-krant-aan-de-ontbijttafel-gevoel alsof ik weer in Zoetermeer ben. Een fijn thuisgevoel. Aan de andere kant krijg ik een beetje weerzin tegen het Nederlandse spruitjesnieuws, terwijl ik hier zo vaak vanuit de Landcruiser de Rwandezen in half ingestorte huizen zie wonen.

Hoe zou dat zijn, weer permanent in Nederland wonen? Vraag ik me af. En weer elke dag dat nieuws over bijvoorbeeld dat de modale gezinnen hard worden getroffen het komend jaar en er 1,5% op achteruitgaan. Hoe zouden Nederlandse gezinnen zich nu eigenlijk voelen met al dat moslimgedoe? Die paar keer per jaar dat ik er heenvlieg zijn net te kort om het echt meemaken. Hoe zal ik de comfort ervaren van het rijke Westen? En hoe ons huis in Zoetermeer? Weer centrale verwarming, dat is gek. En eindelijk weer de Trouw in plaats van die zure Volkskrant. En ga jij daar trouwens eens af, kat! Ha, ha. O, o, ik zie me al weer zitten voor het tuinraam met poes die de bladzijden bespringt. He, maar wacht eens even. Trouw is toch overgestapt op tabloid formaat? Hoe zou dat nou gaan in al die Trouwgezinnen met de kat? Dat is even wennen. Nooit meer gezellig een spinnende poes van de rechterpagina afduwen. Maar nu, een poesbestendige krant. Wel handig. Zou je eigenlijk ook moeten hebben voor toetsenborden, waar katten altijd op moeten wandelen als je net iets belangrijks aan het typen ben. Ha, ha, een poesbestendig toetsenbord. Poes protected! Ha, ha! Die ga ik in mijn leuke, rare ideeënboekje opschrijven. Als er iets wel is dat een verblijf in een ontwikkelingsland met je doet, is tijd hebben om aan dit soort gekke dingen te denken. Het kan dan soms een moeilijker leven zijn, hier heb je tenminste de tijd! En ja, daar ben ik eerlijk in, natuurlijk ook een lekkere expattoelage. Ga ik gelijk even skypen naar Gerard. Zal zich ook wel bescheuren om mijn idee!

Nieuwe afbetalingen vliegen om mijn oren *Microkredieten een succes*

Vandaag zag ik via www.hollanddoc.nl een online documentaire uit de tijd van de gulden over de pionier van het microkrediet, Muhammad Yunus. Daarin kwam ook de president van de Amerikaanse Citibank Foundation aan het woord. Hij sprak de jaloezie uit van het reguliere bankwezen over het percentage leningen dat keurig wordt terugbetaald aan de kredietbank van Yunus: 95%. En dat zonder onderpand. Dat is kapitalistisch smullen met solidariteit als hoofdgerecht.

Voor ons is het ook cashen en smullen geblazen de laatste tijd. Na Laurent en Francois (zie weblog maandag 16 mei) druppelen meer eerste terugbetalingen en blije gezichten binnen.

Florida was te laat. Van Laurent hoorden we dat zij, in plaats van het totale krediet voor de start van een geitenhandeltje te hebben gebruikt, er de bouw van hun eigen huis van had gefinancierd. He shit. Ok, dit soort misbruik van onze leningen had ik wel ingecalculeerd, maar ik voelde me toch bedrogen. Dezelfde dag stond ze op de stoep. Ik bedacht me hoe ik zou reageren op haar biecht dat ze de hele lening niet zou kunnen aflossen.

Ze stond er met een brede glimlach, plastic zakken in de rechterhand en een witte VARA haan in de rechter. Ze had wat meer gewicht gekregen en droeg nieuwe kleding. Hm. Stereotypisch dacht ik aan de Afrikaanse mentaliteit om geld en eten op te snoepen als het voorhanden is, zonder vooruit te denken. Binnen werd het Moniek en mij duidelijk dat de familie inderdaad het huis af had gemaakt. Maar ook geiten had gekocht en met winst weer had verkocht. En dat handeltje liep nog steeds! In de plastic zakken zaten bananen, sinaasappels, maïs en avocado’s. Hier zat een zeer trotse vrouw. Met een dubbele maandaflossing bij zich.

De gevoede eigenwaarde deed me het meeste. Daarna de ongehoorzaamheid om van te voren slim niet te melden dat er met het krediet gebouwd zou worden.

In totaal hebben nu 28 families leningen bij ons lopen. Hopelijk kunnen de meesten van hen net als Florida met het krediet op eigen kracht een klein beetje minder arm worden. En blijven.

De moeder onzer aller zes kippetjes, Maria, heeft nu verkering met Florida’s VARA haan. Dat leek goed te gaan. Totdat een vrouw die we ook geholpen hebben met een cadeau aankwam. Jawel, een haan. En twee haantjes ging niet zo goed. Wat te doen?

Morgen hebben we gasten. Laurent, hij vertelde net, we eten le Coq.


Interview Ode Magazine met Muhammed Yunus, de bedenker van microkrediet

maandag, juli 04, 2005

En nou die hendjes, de lucht in


Twintig kandidaatmedewerkers waren de berg in Ndera opgeklommen of opgebrommerd. Dat is bij ons in de buurt. Het wordt ook wel de gekkenberg genoemd, naar het enige psychiatrisch ziekenhuis in het land. Naast het ziekenhuis is een dagcentrum voor verstandelijk gehandicapten. Leon, de Belgische orthopedagoog had aangeboden om onze driedaagse selectie/training bij hen te houden.

Ik had de neiging om de introductie netjes te beginnen met het kader aangeven: wat is de doelgroep van het project?, wat is een mentale handicap eigenlijk?, wat zijn kinderen met een communicatiestoornis?, wat kunnen ze wel en wat niet?, waar worstelen hun ouders mee?, hoe reageert de omgeving op ze? wat is het doel van het project? Beter is het in Rwanda om niet van boven naar beneden, niet van abstract naar concreet een onderwerp te behandelen. Beter is een meer inductieve methode te gebruiken. Al eerder had ik gemerkt dat het soms heel moeilijk is voor veel Rwandezen waar we mee gewerkt hebben om conceptueel te denken. Hier wreekt zich waarschijnlijk het educatieniveau en –systeem. Bij een een begrip als cognitief kan niet iedereen direct wat voorstellen.

Maar dan komt het oefenen met gebaren maken onder leiding van Woodi. Sommigen pikken het erg snel op. Ook de uitleg hoe je met beeldverhalen en pictogrammen kunt communiceren met kinderen, die op het eerste gezicht zich heel moeilijk kunnen ontwikkelen, is helder. Het valt me meer en meer op hoe elegant en simpel de methode lijkt. Simpel is mooi. Mooie pictogrammen, mooie gebaren. Dit is pas klare taal.

Een aantal personen hebben waarschijnlijk de duidelijke gezichtsexpressie en lichaamstaal die nodig is. Woodi observeert ook op andere gebieden. Vooral tijdens de momenten als er aangepakt moet worden, zoals het schuiven van tafels voor het eten of theekopjes klaarzetten, let ze op wie de handen uit de mouwen steekt. Het is namelijk niet de bedoeling dat de kinderen in het centrum de sloffen van de staf moeten gaan brengen. Als ze dat al kunnen.

Groot plezier is er bij de oefening om zelf een beeld/stripverhaal te maken. Het is een tijd geleden dat iedereen getekend heeft, zeggen ze zelf. Tot mijn verbazing hebben maar een paar mensen in stripkaders getekend. De meeste hebben een grote afbeelding gemaakt met alle handelingen daarin. Weer een cultuurverschil?

Aan het einde van de cursus wordt de Rwandese taalvaardigheid gedemonstreerd. Er worden zo’n vijf praatjes gehouden en iedereen bedankt iedereen in de meest mooie bewoordingen. Hopelijk kunnen onze toekomstige werknemers ook zo oreren in gebaren.

Zwaluwendans

Elke avond konden Moniek en ik voor ons huis zitten. In de opkomende schemering scheerden de zwaluwen langs onze hoofden een laag rondje voortuin. Af en toe vlogen ze het nest weer in dat in een buitenhoek van ons huis zat geplakt. De bouw van hun terracotta huisje had ik modderkloddertje voor kloddertje kunnen volgen. Daarna volgde het af en aan vliegen en het gepiep van binnenuit. We konden het elke keer hebben gezien en gehoord, ware het niet dat we bijna nooit voor het donker thuis waren. Daarom leek het alsof na een paar dagen al ongeveer vier extra zwaluwtjes hun laag rondje voortuin deden. Ongeveer, want ik vond ze moelijker te monitoren dan schapen. Soms hield er eentje eens halt voor me op de grond in het zand. Ik wist niet dat staande zwaluwen als strakke lakeien in het pak zaten. De onze hadden ook nog hele mooie roodoranje buikjes en zo’n kittig kuifje. Onze eigen kippetjes achter het huis, onze buurtgeitjes links naast het huis, onze bezoekkoeien rechts naast het het huis, ons eigen ipusi in en rond het huis en onze eigen zwaluwtjes aan en voor het huis; Genieten. “Dus zo willen hoger opgeleide randstedelingen zich voelen die zo’n pittoresk boerderijtje in Drenthe of Abcoude op het oog hebben”, dacht ik nog.

Deze middag kwamen Moniek en ik terug van een bezoek aan een naburige heuvel. “O, kijk eens”, zei ik nog. “Het zwaluwnest is naar beneden gevallen. Nou dan zullen de zwaluwtjes wel helemaal uitgevlogen zijn”.

Het meest pientere buurjongetje is Patrick. Hij bekijkt altijd alles rustigjes van een afstandje, volgt nauwgezet gesprekken van volwassenen en ondanks dat zijn hele familie uitgemoord is behalve zijn zus ziet hij er erg gelukkig uit. Hij wees Moniek met gebaren erop dat de buurjongetjes, waaronder hij, met stenen het zwaluwnest hadden kapotgegooid. De anderen keken er bedeesd teruggetrokken bij. Moniek riep mij erbij en ik bracht Laurent mee voor de vertaling.

Voordat er pedagogisch vertaald moest worden vertelde Laurent dat meneer Karake, de huisbaas, had befohlen om het nest te verwijderen en de vogel te doden. Tijdens ons heuvelbezoek was hij langsgekomen. Het was slecht voor het huis en Laurent had de kinderen moeten vragen om de boel te entlösen. De Rwandese hierachiecultuur gebiedde ‘de Huisbaas’ wil geschiedde’. Herken de zeven overeenkomsten met treurige voorvalletjes in Armenië, Noord-Amerika, Australië, Cambodja, Duitsland, Rwanda en Dinosauria?

Ik ben woedend. Over de zeik.

Het nest is weg en er ligt een dode zwaluw in het gras. Met stenen kapot gegooid. Morgen gaan we het begraven met de kindertjes.

Maak maar kapot. Stamp er maar overheen. Het zit in de weg. Het hoort niet.

Het is af en toe duidelijk dat een aantal Rwandezen moeite hebben met leven en levende organismen. Als eenzame reuzen op het strand vervreemd van zichzelf en hun bestaan die gedachtenloos hele dorpen met hun schephanden wegschrapen en in één haal een paar van de duizend dichtbevolkte Rwandese heuvels wegwalsen. Ander leven is instrumenteel.

Wat is dit soms toch een dood land.

De zwaluwen kwamen gisteravond thuis en vlogen af en aan tegen de muur waar nog een terracottaspoor van een nest tegenaan zit. Eén vloog met een bonk tegen het deurraam.

Deze morgen kwam de huisbaas weer. Hij voelde zich erg ongemakkelijk toen wij vertelde dat we er verdrietig over waren. "Wie heeft dat gedaan?" vroeg onze vriend, waarop Moniek antwoordde: "Dat is een andere vraag". "Nou ja, wie doet dat nou, vogels doden?" aldus Saddam. En dat herhaalde hij nog eens tegen Laurent. Zo hoefde hij zijn gezicht niet te verliezen. We hebben het zo maar gelaten.